Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [69]De werkmeester giet [70]een beeld, en [71]de goudsmid [72]overtrekt het met goud, en [73]giet er zilveren ketenen [toe]. 69. Het Hebreeuwse woord betekent een handwerksman in het koper, of in het ijzer, of in het hout; hier betekent het een kopergieter; want daar volgt straks dat het de goudsmid verguldt; vs.20 betekent het een timmerman of beeldsnijder. 70. Het Hebreeuwse woord betekent wel eigenlijk een gesneden of gegraveerd beeld, maar hier wordt het genomen voor een gegoten beeld. 71. Eigenlijk betekent het Hebreeuwse woord een getier of smelter. 72. Hebreeuws, rekt, of spant het uit. Gen.1:6 is hetzelfde Hebreeuwse woord. De zin is hier: De goudsmid spreidt het goud eerst uit, te weten als hij het in dunne platen of bladen slaat; daarna overtrekt hij het beeld daarmede. 73. Hebreeuws, hij giet, of smelt zilveren ketenen; te weten om het beeld daaraan vast te maken, dat het niet afvalle; of om hetzelve daarmede te versieren.